woensdag, juli 14, 2010

Mexican Hat, Ut


Motelkamers zijn allemaal even nondescript. Gisteren, in Moab, ontwaakten we in een hele mooie. Mooi betekent dan: groot, met een eigen terrasje en een heuse keuken. Maar het blijft een motel. Ik kan ze nu al niet meer uit elkaar houden, terwijl ik van elke camping in Schotland nog weet hoe de wandeling van tent naar toilet er precies uitziet.

Gisteravond vonden we het thuismotel. Op de oever van de San Juan, die vriendelijk, grijs en traag voorbij kabbelt, staat een poepbruin motel dat we voor het eerst deze reis thuis noemden. Het staat in Mexican Hat, dat zijn naam dankt aan de afgebeelde versteende sombrero.

Gisterochtend reden we door het buitenaardse Arches National Park, gisteravond zagen we het licht in Monument Valley langzaam verdwijnen. Daarna zijn we gewoon naar huis gegaan, we hebben pootjegebaad in de San Juan, we dronken een bud en vielen in slaap. Vanochtend bleek er niets aan de hand. De ziekte van Stendhal gaat over kunst, niet over landschap. De vraag waarom dat zo is, daar moet duchtig over nagedacht. Eerst maar eens naar Flagstaff.