vrijdag, mei 21, 2010

Wagoneer


In de Appelstraat staat een Jeep Wagoneer. Terwijl ik leeggedronken flessen en uitgelezen kranten wegwerk in de daartoe bestemde spelonken kijk ik telkens even naar de Jeep. De Jeep is mooi, erg mooi. Het is, zoals gezegd, een Wagoneer, maar dat weet ik nog niet. Het is een auto uit de jaren vijftig, vlak voor mijn geboorte. Een auto uit een film van Douglas Sirk.

Ik loop er met de fiets aan de hand langzaam omheen. Aha, het is een Wagoneer. De kleinere cirkels naast de koplampen lijken op luidsprekers. Toetert de Wagoneer in stereo? Het interieur lijkt enigszins spartaans, zoals een stoere terreinauto betaamt. Hedendaagse Jeeps zijn comfortabel. Deze niet. Hij heeft een bank voorin en dus ook stuurversnelling. Met drie man op de voorbank.

Waarom onderhoudt iemand met besognes in de Appelstraat deze mooie auto? Het is duur, dat kan niet anders. Het is in vergelijking met een modale Polo ook wat weinig comfortabel. Ja, allemaal waar.

Maar wat mooi wat mooi.

Beauty rules. Nog is het leven niet verloren.