dinsdag, april 06, 2010

Bos


Het is Tweede Paasdag, bijna middag al. We zitten op de bank. We moeten maar eens opstaan. Buiten schemert een zonnetje. We lopen naar de Laan van Meerdervoort en nemen tram 12 naar Duinoord. We gaan naar het strand. Goh, dat doen we anders nooit.

Ik ben een bosmens. Of desnoods een heidemens. Een weilandmens? Ja. Met vogels, grutto's, kieviten, een eenzame wulp. Een veenmens zelfs. Met zonnedauw, achter Zwartemeer.

Maar een zeemens, een strandmens? Nee.

Het is druk op het strand. Jonge mensen laten hele kleine hondjes uit. Nog jongere mensen houden flapperende vliegers aan een strakke draad ter nauwe nood in een soort bedwang. Zo af en toe stort er ééntje met geweld in het zand, rakelings langs een passerende bejaarde van een jaar of vijftig.

In de veiligheid van Kijkduin pin ik een tientje en koop ik een zak patat. Willemijn hoeft niet. Nou, eentje dan. Nog één. Nog een kleintje. En dan nog een grote lange met majo. Bus 23 arriveert. Hij brengt ons veilig thuis.

We hebben het opstaan overleefd.