donderdag, maart 19, 2009

Witzien


Robert Ebert heeft er wel kaas van gegeten, maar soms is hij zijn smaak even helemaal kwijt. Ebert vindt Blindness een luidruchtige film, lelijk en opdringerig, zonder coherent verhaal en met teveel metafoor. Ebert is tijdelijk blind, net als de personages in de roman van Saramago.

In Blindness (het boek heet Stad der blinden) wordt de bevolking van een stad door een besmettelijke aandoening langzamerhand blind, zonder duidelijke reden. Eén vrouw is immuun. De blinden worden aanvankelijk als melaatsen opgesloten. Overlevingsdrang en defaitisme nemen al snel de plaats in van het gebruikelijke dunne laagje beschaving.

Ik ga niet roepen dat Blindness nu al bij de beste films van dit jaar hoort, maar een slechte film is het zeker niet. De film is luidruchtig maar ook zacht van klank, subtiel zelfs. Dat moet ook, want de meeste personages zijn blind. De film is schril en wit van beeld, bijna zonder zwarten, tenminste zolang we buiten zijn. Binnen is het licht ook hard en meer naar donker neigend. Ik vond het allemaal nogal gepast. De blinden klagen niet over zwartzien, maar over witzien.

Maar het mooiste is dat er eigenlijk geen scènes zijn in Blindness. Er is een constante beweging van begin naar eind, dwingend en nergens onderbroken door een duidelijke wending van plot. De film is onontkoombaar. En dan moet je niet insinueren dat het allemaal nogal ongeloofwaardig is, alsof we geen gekkere dingen voorgeschoteld krijgen in de bioscoop. En zeker niet roepen dat het onaangenaam is allemaal. Nee, stel je voor dat van dit gegeven een aangename film was gemaakt. Over onbegrip gesproken.