maandag, november 24, 2008

Merwede


De bus vertrekt van de Erasmusbrug. We zijn een half uurtje te vroeg en eten een snelle uitsmijter in de hippe tent onder de brug. Als we naar buiten lopen komt ook de bus er aan. Zij keert en meert aan, routineus, op tempo. Een handvol passagiers gaat aan wal. Marijn en Christa arriveren en we gaan aan boord. Marijn is jarig en tracteert gewoontegetrouw op een jeneverproeverij. In Dordrecht.

Langs het Noordereiland varen we in rustig tempo stroomopwaarts. Dan gaat het gas er op. Oevers vol bedrijvigheid stromen langszij, de stad rekt zich uit, het eerste riet verschijnt. Bij Krimpen kiezen we de afslag naar Dordt, over de Noord. De bus nadert een halte, neemt gas terug, het perron is leeg, en gas maar weer.

Behalve de staat van het heelal bespreken we de loop van de rivieren. Marijn haalt uit een rek een foldertje met kaart. Ridderkerk en Hendrik Ido Ambacht staan er op, maar de steeds wisselende namen van het water blijven ons verborgen. Ons land kennen we redelijk goed, maar van het water weten we zo goed als niets.

Drie grote rivieren stromen ons land binnen. Ze vertakken zich en verschieten van naam.

De Schelde gedraagt zich vrij normaal. De Rijn wordt Waal en Ijssel, blijft Rijn, wordt Lek, wordt Nieuwe Maas. Waal wordt Boven Merwede, wordt Beneden Merwede, wordt Noord en Oude Maas, wordt Spui. Aan de Maas is helemaal geen touw meer vast te knopen.

Geheel verdwaald gaan we in Dordt van boord. Er is een mooie kerk en Oude Rutte. Drie jaar oud, vijf jaar oud. En Paradijswijn. De laatste wordt op vijgenblad gelagerd.

Nee, niet echt.