maandag, juni 02, 2008

Denneappel

Alle jongens zijn voetballers, dat spreekt. Ze zijn dat van hun tweede tot hun tachtigste, en misschien zelfs daarna. Maar helaas, ook hier geldt: velen zijn geroepen, slechts weinigen uitverkoren.

Als je het bent ben je het en anders niet. Maar als je het bent, dan ben je het ook. En dus vindt N bij de Quatri Coronati een hele grote denneappel. Hij kan de denneappel hooghouden, achter zijn standbeen doorgeven, op de borst vangen, en zelfs koppen. Ik overdrijf.

De wandeling naar de Sint Jan is niet lang, maar wel ingewikkeld. Aan de achterkant sneaken we het ziekenhuisterrein op, om er aan de voorkant door de slagboom weer uit te wandelen alsof we gewaardeerde medewerkers zijn. Al die tijd houdt N zijn denneappel aan de voet.

Bij de Sint Jan doen de andere jongens serieuze pogingen om hem het ding te ontfutselen. Tevergeefs.

In de kerk dwalen we rond, en als ik N er tegenkom vraag ik waar zijn denneappel is. Oh, voor de kerk laten liggen. Jammer. Zo'n mooie bal wordt natuurlijk onmiddellijk gejat