donderdag, november 29, 2007

Twee bier

Terwijl ik in de avondwinkel voor de kassa wacht wankelt een verfomfaaide man de winkel binnen. Zijn broek zakt bijna af, en zijn veters zijn los. Tegen het rek met chips komt hij tot stilstand. De winkelier snelt toe om op te vangen, maar er valt niets. Nog niet.
De winkelier kent de man wel. Hij heet Johan. Johan stelt met enige nadruk dat hij twee blikken bier wil hebben. Samen een liter. Dat lijkt de winkelier terecht geen goed idee. Hij vertelt Johan dat hij dronken is en dat hij weg moet gaan. En dat hij zeker geen bier meer mag kopen. Johan blijft staan: "Twee bier."
De winkelier helpt de klant voor me en daarna mijzelf. Ik mag nu weg, maar ik besluit de winkelier niet met Johan alleen te laten, en begin me ermee te bemoeien: "Je krijgt geen bier meer. Je moet gaan slapen, dat is beter. Kom!" Johan laat zich niet vermurwen en zegt, terwijl hij een pinpas uit zijn zak haalt: "Twee bier."
Terwijl de winkelier en ik op hem inpraten komt een rasta-achtige zwarte jongen binnen. Hij gaat bij de kassa staan en kijkt met enige verbazing naar het toneelstukje voor drie heren. Hij bemoeit zich voorlopig nergens mee.
Als praten en licht duwen en trekken niet helpt zeg ik tegen Johan dat ik de politie ga bellen. Dat helpt om hem met zachte dwang en langzaam schuifelend de winkel uit te krijgen, maar eenmaal buiten klampt hij zich vast aan de pui. "Twee bier." De winkelier pakt nu zijn linkerarm, en ik zijn rechter. Nu wordt Johan agressief. Hij kijkt me vernietigend aan en knijpt in mijn arm, krachteloos. Ik krijg er genoeg van en zeg opnieuw dat ik de politie ga bellen. Ik draai 122, maar dat is duidelijk niet goed. De rasta-jongen staat in de deuropening toe te kijken. Ik buig me naar hem toe en vraag hem wat het alarmnummer is. Hij weet het niet. De winkelier wel: 112. Ach ja, natuurlijk. Ik heb het nog nooit gebruikt, maar nu wel.
"Nu gaat hij echt de politie bellen" zegt de winkelier tegen Johan, "dat krijg je er nou van!" Een dame beantwoordt mijn oproep: "Wie wilt u spreken?" "De politie." "Ik verbind u door."
Vrij snel krijg ik de meldkamer van de politie Haaglanden en doe verslag van wat er gebeurt. De rasta-jongen pakt Johan vast en leidt hem de straat over. "Nou, nu hij doorheeft dat ik met u bel gaat hij opeens wel weg. En nu gaat hij omvallen, maar dat kan u waarschijnlijk niet zoveel schelen." De man van de meldkamer lacht, en zegt: "Nou, dan haal ik de melding maar weer uit het systeem."
Maar Johan valt niet. Hij wankelt verder. De winkelier, de rasta-jongen en ik, we geven elkaar een hand, en gaan ons weegs. De dronkaard blijft alleen achter. Dat is het lot van de dronkaard. Twee bier. Waarom twee?